3 gangen kerstmenu

 Op z’n italiaans

Recepten van libelle lekker

Wie houdt er niet van burrata of een goede risotto? Dit Italiaanse menu is een echte allemansvriend. De romige elementen combineren perfect met de frisse of juist aardse smaken die perfect bij het seizoen passen.

Styling Cyn Ferdinandus

Fotografie Ernie Enkelaar

Receptuur Victor de Launay

 Gebakken groenten met burrata

 Schroei de groenten nét gaar, zodat ze hun bite behouden

Ingrediënten

Groenten
6-8 stronkjes rode of witte witlof

6 grote snijbietbladeren

2 harten van een andijvie

olijfolie


Dressing

2 ansjovisfilets

zout

1 el mosterd

60 ml olijfolie, van goede kwaliteit

3 el azijn

1/2 teen knoflook, geperst

versgemalen zwarte peper


Extra

75 g rozijnen

scheut marsala, sherry of witte port

75 g pijnboompitten, geroosterd

2 grote bollen burrata, gehalveerd

Was alle groenten grondig en laat ze goed uitlekken. Haal de lofblaadjes los (bewaar het binnenste hart voor een ander gerecht). 


Snijd het blad van de snijbiet grof en de steel in heel dunne reepjes. Haal de blaadjes van de andijvie los, gebruik alleen het mooie, lichtgroene blad. 


Meng alle groenten met wat olijfolie. Verhit 2 koekenpannen op hoog vuur tot ze beginnen te walmen en verdeel wat groenten in een enkele laag over de koekenpannen.


Schroei ze ca. 2 min. tot ze licht gegaard zijn en wat kleur hebben, maar echt nog bite hebben. Herhaal dit met de rest van de groenten.


Prak voor de dressing de ansjovis fijn met een vork en een snuf zout. Meng goed met de mosterd, olijfolie, azijn en knoflook en breng op smaak met zout en peper. Schep de dressing door de nog lauwwarme groenten. 


Doe de rozijnen met een scheut marsala in een pannetje en verwarm op laag vuur een beetje. Laat staan tot gebruik. 


Verdeel de groenten en de burrata over de borden en garneer met marsala-rozijnen en pijnboompitten.

 Paddenstoelenrisotto met kool-en saliechips en hazelnoten

 Lekker erbij: knapperig gefrituurde kool-en salieblaadjes

Ingrediënten 

Risotto

55 g gedroogd eekhoorntjesbrood

300 ml kokend water

2 el olijfolie

2 sjalotjes, fijngesneden

150 g gemengde paddenstoelen, fijngesneden

330 g risottorijst

100 ml witte wijn of vermout

1 l groente- of kippenbouillon

60 g roomboter

90 g Parmezaanse kaas + extra voor serveren

handje hazelnoten, geroosterd


Kool- en saliechips

groene kool

olie om in te frituren

1 bosje salie, blaadjes geplukt

Maak eerst de koolchips. Verwijder hiervoor de buitenste bladeren van de groene kool. Haal er vervolgens 8 lichtere bladen af, halveer deze en verwijder de kern. 


Verhit een laag olie in een stevige pan of frituurpan tot 170 °C. Doe de koolbladeren in delen in de hete olie, druk ze voorzichtig onder met een tang en frituur ze diepbruin. Laat goed uitlekken op keukenpapier en bestrooi met zout. 


Frituur vervolgens de salie krokant, laat ook uitlekken en breng op smaak met zout. 


Overgiet het eekhoorntjesbrood met kokend water en laat 10 min. weken. Giet ze vervolgens voorzichtig af. Gooi het onderste beetje van het vocht weg, hier zit vaak zand in, maar bewaar de rest van het vocht. 


Snijd het eekhoorntjesbrood fijn. Verhit de olijfolie in een ruime pan met dikke bodem en fruit de sjalot 2-3 min. 


Bak de gemengde paddenstoelen 2 min. mee. Voeg dan de rijst toe en fruit kort aan tot alle korrels een laagje olie hebben. Blus af met de witte wijn, laat deze verdampen en roer de risotto dan door. 



Voeg nu het eekhoorntjesbrood en het vocht toe, laat zacht koken en roer regelmatig tot bijna al het vocht is opgenomen. Doe er dan wat bouillon bij. Ga door met dit proces tot de rijst al dente is, 15-18 min. 


Voeg ten slotte een extra scheutje bouillon toe, haal de pan van het vuur en roer de roomboter en kaas erdoor. 


Dek de pan dan af met een deksel en laat de risotto 5 min. rusten. Voeg eventueel nog wat bouillon toe als het gerecht droog oogt. 


Verdeel de risotto over de borden en garneer met de koolchips, gefrituurde salie, hazelnoten en extra Parmezaanse kaas.


 Koffie-panna cotta met citruskaramel

 Elk puddinkje is een plaatje met schijfjes citrusfruit in karamelsaus

Ingrediënten 

Panna cotta

2 blaadjes gelatine

150 ml volle melk

200 ml slagroom

70 g suiker

150 g mascarpone

2 zakjes oploskoffie


Citruskaramel

2 mandarijnen

1 grapefruit

4 kumquats

100 g suiker


Extra 

4 ramekins

handje geroosterde amandelen, fijngehakt

Snijd voor de citruskaramel de schil van de mandarijnen en de grapefruit en snijd het vruchtvlees in partjes of plakjes. Bewaar het sap dat daarbij vrijkomt. Snijd de kopse kanten van de kumquat en snijd in de rest in dunne plakjes. 


Doe suiker met een scheut water in een ruime pan, zet op het vuur en laat langzaam karamelliseren tot het diep amberbruin is. 


Voeg voorzichtig de kumquat en het citrussap toe en kook 1-2 min. door tot alle karamel is opgelost. Voeg de citruspartjes toe en laat de karamel afkoelen tot gebruik. 


Snijd de panna cotta los langs de randen met een scherp mes en doop de bakjes meerdere keren in heet water. Keer de panna cotta om op schoteltjes en tik een paar keer hard op het aanrecht om ze te storten (sommige moeten een beetje geholpen worden zodat er lucht onder komt en ze mooi loslaten). 


Leg op elke panna cotta wat schijfjes fruit, schep er karamelsaus over en bestrooi met gehakte amandelen.



Week de gelatine in koud water. Breng de melk met 100 ml slagroom en de suiker tegen de kook aan. Knijp de gelatineblaadjes uit en roer ze door de melk tot gelatine en suiker zijn opgelost. 


Voeg dan de rest van de slagroom, de mascarpone en de oploskoffie toe en roer goed, gebruik eventueel kort de staafmixer. 


Verdeel het panna cotta mengsel over de ramekins en laat minimaal 4 uur opstijven in de koelkast.